Bijvoet. We zijn volledig verbijsterd door haar. Het is een van de oudste geneeskrachtige planten. Het geslacht waartoe ze behoort, Artemisia, zit vol met mythologie en verhalen. We drinken haar thee regelmatig en maken er kronen van op zonnewendedag.

.

Smeerwortel. Een van de grootste bijenvrienden in ons vakgebied. De paarse bloemen zijn geliefd bij insecten en de bladeren hebben geneeskrachtige eigenschappen. Ja, je raadt het goed: hij komt uit dezelfde familie als borage.

.

Paardebloem. Wij zijn verliefd op paardenbloem! Ons veld staat er vol mee. Elk voorjaar rond april schilderen ze het landschap helder zonnig geel. Het is eetbaar in al zijn delen, vooral als het jong is. In 2023 hebben we haar bloemen verzameld en er een salade zuur mee gemaakt voor onze donateurs. Zoveel te zeggen over deze alomtegenwoordige schoonheid.

Melkdistel. We weten dat het helemaal op paardenbloem lijkt, maar dat is het niet! Daarover schrijven we later meer.

Perzikkruid. Ook wel krödde genoemd in het Nederlands. We begonnen haar pas onlangs op te merken. We zamelden opmerkelijk veel in om te proberen er gele kleurstof van te maken. Blijkbaar wordt in Groningen een kröddeboer gezien als een slordige boer met veel onkruid op zijn land.

Volgens de legende groeide perzikkruid onder het kruis waaraan jezus stierf. Er zouden een paar druppels bloed op de bladeren zijn gevallen. Op elk blad zijn dus nog steeds rode vlekken zichtbaar. Het kruid wordt daarom ook wel eens Jezuskruid genoemd.

.

Equisetum arvense, of paardenstaart, is een kruidachtige vaste plant in de Equisetopsida (de paardenstaart). Equisetum is een "levend fossiel", het enige levende geslacht van de hele subklasse Equisetidae, dat gedurende meer dan 100 miljoen jaar veel diverser was en de ondergroei van laat-paleozoïsche bossen domineerde.

Hier is onze tweede wietvriend: de distel. Ze zijn erg stekelig, dus je hebt handschoenen nodig om ze te plukken. Deze stekels zijn een aanpassing die de plant beschermt tegen het eten door herbivoren. Als je ze laat groeien krijgen ze paars/roze bloemen.

Onze derde frenemy is: riet! Ook bekend als phragmites. Deze op de foto is klein, maar ze groeien zo snel en zo groot. Blijkbaar zijn ze ook eetbaar: de jonge scheuten kunnen rauw of gekookt worden gegeten. Het uitgeharde sap van beschadigde stelen kan vers of geroosterd worden gegeten. De stengels kunnen worden gedroogd, gemalen, gezeefd, gehydrateerd en geroosterd als marshmallows. De wortels kunnen op dezelfde manier worden bereid als die van lisdodde. Moeten we het proberen?

Hoefblad

Siberische Iep

Veldiep

Haagwinde: (Calystegia sepium, synoniem: Convolvulus sepium) is een vaste plant die behoort tot de windefamilie (Convolvulaceae). In Nederland wordt de haagwinde ook wel pispotje genoemd naar de vorm van de bloem. Een Vlaamse bijnaam is onze-lieve-vrouwe-glazeke.

Veld Mosterd

Klein Hoefblad

Gemalen klimop

Paarse Dovenetel

Fluitenkruid (Anthriscus sylvestris) is een plant uit de schermbloemenfamilie (Umbelliferae of Apiaceae). De soort komt in Nederland en Vlaanderen algemeen voor, in het bijzonder op plaatsen die met gras begroeid zijn. De plant komt veelal talrijk voor in wegbermen die hierdoor wit gekleurd worden. Gouden ribzaad lijkt veel op fluitenkruid, maar is daarvan te onderscheiden door de rood gevlekte stengel, die bovenaan niet hol is en een ontbrekende snavel bij de goudgele vrucht. De vrucht van fluitenkruid is donkerbruin.

Citroenmelisse (Melissa officinalis) is een vaste plant die tot de lipbloemenfamilie (Lamiaceae) behoort. De plant ruikt naar citroen. De plant groeit voornamelijk in Zuid-Europa, maar is in meer gematigde streken als Nederland en België eenvoudig te vermeerderen aangezien de plant 's winters door middel van wortelstokken voortleeft.

Braambes